0

Out of 0 Ratings

Owner's of the Garmin Portable Multimedia Player GPSMAP gave it a score of 0 out of 5. Here's how the scores stacked up:
  • Reliability

    0 out of 5
  • Durability

    0 out of 5
  • Maintenance

    0 out of 5
  • Performance

    0 out of 5
  • Ease of Use

    0 out of 5
of 72
 
32 Gebruikershandleiding GPSMAP
®
500-serie
het AppArAAt confIgureren
Sonaralarmen instellen
Om een sonaralarm in te stellen, selecteert u in het startscherm
Congureer > Alarmen > Sonar.
Ondiep water/diep water: hiermee stelt u een alarm in voor als de
diepte kleiner of groter is dan de opgegeven waarde.
Watertemp.: hiermee stelt u een alarm in voor als de transducer een
temperatuur doorgeeft die (1,1° C) hoger of lager is dan de opgegeven
temperatuur.
Vis: hiermee stelt u een alarm in voor als het apparaat een zwevend
doel met de opgegeven symbolen detecteert.
OPMERKING: er moet een transducer zijn aangesloten. Als uw
apparaat niet over een ingebouwde pijler beschikt, moet een GSD
21 of GSD 22 peilmodule installeren om sonargegevens te kunnen
ontvangen.
Weeralarmen instellen
Om een weeralarm in te stellen, selecteert u in het startscherm
Congureer > Alarmen > Weeralarmen.
OPMERKING: om weersinformatie te kunnen ontvangen, moet u
geabonneerd zijn op XM WX Weather en moet de optionele GXM
31-antenne zijn aangesloten op de XM-poort op de achterkant van
uw apparaat. XM Weather is alleen verkrijgbaar op de GPSMAP
530/535/540 en 545. Zie voor meer informatie de GXM 31
gebruikershandleiding.

Omdeinstellingenvooruwboottecongureren,selecteertuinhet
startscherm Congureer > Mijn boot.
Automatische begeleiding: hiermee stelt u de parameters voor de
automatische begeleiding van uw boot in.
Veilige diepte:
hiermee stelt u de minimale diepte in (gebaseerd
op de diepte onder de kaartdatum) voor het berekenen van de
route voor de automatische begeleiding.
Veilige hoogte: hiermee stelt u de minimale hoogte in (gebaseerd
op de hoogte boven de kaartdatum) van bruggen waar uw boot
nog veilig onderdoor kan varen.
Kiel-offset: hiermee geeft u de afstand tussen de transducer en de
onderkant van de kiel op. Op deze wijze kunt u de diepte onder de kiel
weergeven in plaats de diepte onder de transducer. Voer een positief
getal in als u rekening wilt houden met de kiel. U kunt een negatief
getal invoeren als u wilt compenseren voor een grote boot die een paar
voet diep in het water ligt.
De kiel-offset instellen:
1. Selecteer in het startscherm  > Mijn boot
>
Kiel-offset.
2. Gebruik de
tuimelknop om de waarde van de kiel-offset in te
stellen.
3. Druk op
SELECT als u het getal wilt bevestigen.
OPMERKING: druk op MENU als u uw wijzigingen wilt annuleren
en wilt teruggaan naar het menu Mijn boot.